Deel dit op je favoriete social:

‘Weet je wat mijn moeder direct na de oorlog zei?’ De zoon van Bob kijkt me vragend aan. Het is mijn tweede bezoek aan Limburg en we zitten weer in de woonkamer met alle archiefdocumenten voor ons op tafel. Aan de hand van al deze documenten laat hij mij zien wat zijn vader in de Tweede Wereldoorlog deed, hoe groot zijn rol in het verzet was. 

‘Nee?’ Ik verwacht dat ze opgelucht was dat de Duitsers weg waren. Of misschien zei ze zelfs wel dat ze de Duitsers ging missen? Terwijl ik nog een slok van mijn thee neem vertelt Theo verder. 

‘Dat het zo ongelofelijk stil was.’ 

‘Omdat er minder mensen op straat waren?’ Ik probeer te bedenken wat voor die stilte zorgde. Op foto’s zie ik vooral feestende mensen. Iedereen kwam weer uit zijn schuilplaats en er was vreugde, dat brengt geen stilte met zich mee. 

‘Nee, omdat er niet meer continu vliegtuigen overvlogen.’ 

Het is iets wat ik mij niet eerder realiseerde, maar een belangrijk deel van de oorlog wordt in het Nederlandse luchtruim uitgevochten. Vanuit de geallieerden en de Duitsers vlogen elke dag, op een gegeven moment zelfs 24-uur per dag, vliegtuigen over. 

Gevechtsvliegtuigen in de oorlog

Afgelopen weken heb ik voor mijn boek onderzoek gedaan naar  gevechtsvliegtuigen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik kom steeds vaker onderwerpen tegen waar ik in kan duiken, dat is een van de fijne onderdelen van een boek schrijven. Zo heb ik ‘Master of the Air’ van Donald L. Miller gelezen. Het is een enorm pil van maar liefst 671 pagina’s, maar als je interesse hebt in de Tweede Wereldoorlog en militaire geschiedenis is het een aanrader. 

Voor dit boek heeft Donald samengewerkt met een groot aantal piloten. Zij hielpen hem het hele verhaal te reconstrueren. Vanaf de allereerste trainingen in Amerika als jonge jochies, tot het moment dat ze vertrokken van Engelse bodem op weg naar de oorlog. Een enkeling kon zich voorstellen wat hem te wachten stond, maar het overgrote deel had geen flauw idee. Ze waren wel getraind, maar niet goed genoeg. Daarnaast waren de middelen minimaal. Om het luchtafweergeschut van de Duitsers te ontlopen moesten ze hoog vliegen, met als gevolg dat hun handen en voeten bevroren. Er was te weinig zuurstof in de lucht, wat ze afhankelijk maakte van zuurstofmaskers. Bij een beschieting of paniek in de tent, waren ze dit masker al snel kwijt. Met alle gevolgen van dien. 

Door de persoonlijke verhalen en herinneringen, voel je de leegte wanneer een toestel niet terugkeert. Het verdriet waar deze mannen dagelijks mee te maken hadden en de spanning die ze voelden wanneer ze weer vertrokken richting Duitsland. Niet zeker wetend of dit de laatste keer zou zijn. Maar, naast de spannende en treurige momenten geeft het boek ook een mooi inzicht van het leven op het Engelse platteland tijdens de oorlog. De grapjes onderling, de borrels en drang naar afleiding en vertier. 

Flying Fortress

In de Tweede Wereldoorlog was het luchtruim boven Nederland op een gegeven moment zowel overdag als ‘s nachts gevuld met militaire vliegtuigen. De Amerikaanse luchtmacht was opgedeeld in zogenoemde bomb groups, elke groep bestond uit maximaal vier squadrons van acht tot twaalf bommenwerpers. Dit waren vooral de B-17, ook wel de Flying Fortress en de B-25 Liberator. Als de Amerikanen uitgevlogen, deden ze dit meestal met drie bombgroupen tegelijkertijd. Samen vormden ze een combatwing, dit was weer een onderdeel van een formatie die uit wel zeshonderd bommenwerpers en jachtvliegtuigen bestond. In een Flying Fortress was ruimte voor zo’n tien militairen, naast een piloot en een co-piloot, de navigator en de bommenrichter, een boordwerktuigkundige die ook als rugkoepelschutter ingezet kon worden, een telegrafist, een linker- en een rechterzijde schutter en een staartschutter. Ondanks de omvang van de Flying Fortresses, was het krap in het vliegtuig. Tijdens een missie stegen vanaf het Engelse platteland honderden vliegtuigen op, met in zo’n 3000 militairen aan boord. Het moet voor de Nederlanders indrukwekkend zijn geweest om dit soort formaties over te zien vliegen. 

Het hield de Nederlanders dikwijls wakker, maar moet ook geruststellend zijn geweest. Wetende dat ze er niet alleen voor stonden.

Deel dit op je favoriete social: