Het is 24 maart 1943, Theo staat al vroeg voor zijn pand. In zijn hand heeft hij twee pleisters, hij kijkt naar het naambordje naast zijn deur. Hij zucht en plakt dan een voor een de pleisters over zijn titel. Enkel zijn naam blijft over, met een groot kruis over zijn titel heen. Hij draait zich weer om en loopt naar binnen. Voordat hij de deur dichttrekt kijkt hij nog even de straat in. Aan de overkant staan een twee buurjongens nieuwsgierig te kijken.
‘En? Ben je vervroegd met pensioen?’ Marijtje staat in de keuken en kijkt naar Theo wanneer hij weer naar binnen loopt.’
‘Was het maar waar.’ Theo lacht, want de praktijk blijft gewoon doordraaien.
Al vanaf de start van de bezetting proberen de Duitsers de artsen ook onder de duim te krijgen. Ze willen invloed uitoefenen op het werk dat zij doen, door regels en voorwaarden op te leggen. De artsen leggen deze regels keer op keer naast zich neer, zij beroepen zich op hun medische eed en maken geen onderscheid tussen groepen mensen. Dus ook niet op basis van geloofsovertuiging of afkomst, iets wat de Duitsers welk graag willen. Een eerste vorm van artsenverzet in Alkmaar vind ik in het overzicht Alkmaar 1940-1945; Kroniek van de bezettingsjaren. Daarin staat op 23 september 1941 dat zenuwarts G. Hoeneveld uit de Emmastraat en zijn collega dokter A.V.M. Destree uit Sint Pancras wegen ‘medische sabotage’ (de artsen hebben op verzoek van de vader een krankzinnig- heidsverklaring afgegeven voor de 17-jarige zoon van de Sint Pancrasser, die als vrijwilliger voor de Wehrmacht heeft getekend). Zij worden ruim twee maanden vastgehouden in de strafgevangenis van Scheveningen.
Artsenkamer
In een poging de artsen toch mee te laten werken, richt de bezetter de Artsenkamer op verenig- ing voor alle artsen maar dan onder leiding van een NSB’er. Er is weinig animo voor, dus besluit de bezetter om het lidmaatschap verplicht te maken voor alle artsen in Nederland. En dan spreid het verzet onder de artsen zich als een olievlek over Nederland uit.
De artsen krijgen de keuze voorgelegd. Ze kunnen zich aansluiten bij de Artsenkamer en dus akkoord gaan met de voorwaarden die door de bezetter zijn opgesteld. Waaronder natuurlijk voor- waarden in het nadeel van Joden en bijvoorbeeld een meldplicht van onderduikers. De andere keuze die zij voorgelegd krijgen is, niet aansluiten bij de artsenkamer en opgepakt worden. Wat de Duitsers zich niet realiseren is dat de artsen vindingrijk zijn en een derde optie bedenken. Hun taak als arts neerleggen. De artsen door heel Nederland hebben sinds 1941 intensief contact met elkaar, middels estafette brieven.
Estafettebrieven
Het is niet of nauwelijks mogelijk om veilig bij elkaar te komen, daarom communiceren de artsen met geheime brieven met elkaar. Er is een fijnmazig netwerk over Nederland ontstaan, waarbij
via kettingbrieven informatie wordt gedeeld vanuit een hoofdbestuur. Het hoofdbestuur stelt ook conceptbrieven op, zodat de bezetter af en toe wordt overstelpt met protestbrieven van artsen. De artsen realiseren zich dat ze, door samen te blijven werken, ze de Duitsers het beste dwars kunnen zitten. Ze noemen hun organisatie: Medisch Contact.
Ook op 24 maart 1943 krijgen alle artsen een conceptbrief. In hun eigen handschrift schrijven ze deze over en sturen hem naar sociale zaken en volksgezondheid. De vader van Hieke Snijders-Borst was nauw betrokken bij deze actie vanuit het Medisch Contact, in een artikel voor Trouw schrijft zij hierover: ‘Mijn vader vertelde van uur tot uur hoeveel kopie-brieven er waren binnengekomen op het departement van sociale zaken en volksgezondheid; tot ons aller grote vreugde bleek 97 procent van de artsen te hebben meegedaan aan de staking.’
De Duitsers zijn woest en nemen maar liefst 360 artsen gevangen, deze worden een tijdlang vast- gehouden in Kamp Amersfoort. Waaronder een aantal artsen uit Alkmaar. In een poging deze vrij te krijgen gaan de artsen onderhandelen met de Duitsers. De actie heeft indruk gemaakt, de artsen komen vrij en het lidmaatschap van de Artsenkamer is niet langer verplicht.